Frustratie, dat woord ligt als een deken over de prestaties van Donar in de basketbalfinale 2015. Zo ver gekomen, niemand had dat gedacht. Maar nu lijkt de ploeg uitgeblust en opgebrand. Niet dat er geen energie in het spel van Donar zit. Wat dat betreft sparen de spelers zichzelf niet, op een enkele wedstrijd na dan. Ze zeperds in Leiden en Den Bosch detoneren nadrukkelijk met de harde gevechten die de ploeg levert. Waar Leiden knap op de knieën werd gedwongen, daar lijkt Donar nu tegen de bierkaai te vechten. De tol die betaald moet worden voor een seizoen, dat gekenmerkt wordt door het steeds weer in moeten passen van nieuwe spelers, in combinatie met de langdurige blessures van key-players. En de schorsingen niet te vergeten.
Hoe anders is dit in Den Bosch verlopen. Zeker: Marcel Aarts viel kortstondig uit met een gezichtsblessure, maar stond toch ook weer vlot in het veld met een geleend masker uit The Phantom Of The Opera. Ook Brandon Curry hinkepinkte even, maar dat was het dan ook wel. Hun mindere periode tijdens het seizoen lag in de eerste helft van de competitie, toen Europese wedstrijden hun tol eisten. En aan de vormcrisis van Arvin Slagter en Reggie Johnson. Laten die twee net op het juiste moment pieken! De regisseur Slagter was bij Donar de MVP, maar liet daar in het Bossche weinig van zien. In de finale speelt hij weer zoals elke ploeg, dus ook Donar, vreest. Lijnen uitzetten, driven, driepunters schieten, ineens is heel het arsenaal er weer.
En dan Big Reg. Elke ploeg zou zo’n center willen hebben. Echter: tijdens het reguliere seizoen liep hij zich steeds vast op de helpdefense onder de borden, leed balverlies en haalde veel te snel zijn persoonlijke fouten op. Uitgerekend in deze finale laat hij van zich spreken. Zet hij zijn kont erin, dan schuift zijn tegenstrever vanzelf een eindje op. Het is constant hetzelfde: rebound, lay-up en score. Wie kan dat indammen? Frustrerend voor Donar’s lange mannen…
Frustratie is er ook door het warrige fluiten van de arbiters in deze serie. Over en weer snappen spelers, coaches en publiek er af en toe niets meer van. Een voorbeeld wordt door assistent-coach Anjo Mekel aangeven, als hij zegt dat Thomas een P krijgt, terwijl die enkel zijn armen omhoog houdt in wedstrijd drie. Dat lijkt overdreven, maar in wedstrijd twee hebben we hetzelfde kunnen zien gebeuren! Het doel van de arbitrage is toch te bevorderen dat wedstrijden een flow krijgen, waarin de talenten van de spelers weer de boventoon krijgen? Het is beter niet te fluiten, dan inconsequent. 50 tot 60 fouten in een wedstrijd, wat valt er dan nog te genieten?
En dan is er wedstrijd vier. Het zou een frustratie zijn als Donar, de ploeg die het dit seizoen zoveel beter deed dan verwacht, met een clean sweep afgedroogd zou worden. Het thema van de wedstrijd is dan ook: NOT IN OUR HOUSE. Er is een enorme groep Bossche supporters afgereisd naar MartniPlaza. Zij zien niet de erehaag, die de fans van Donar, voor de kleedkamers hebben gevormd. Zij zingen, klappen en trommelen, als hun helden naar het speelveld rennen. Ondertussen deelt de supportersvereniging glowsticks uit in het publiek, de trommelaars proberen het “Heya Den Bosch” te overstemmen. Scheidsrechters zijn Sinterniklaas, Zwiep en Van den Heuvel. De strijd kan beginnen…
Het eerste kwart wordt geopend met een score van Chris Denson (0-2), waarna meteen blijkt dat Craig O niet in de wedstrijd zit: hij laat Ralf de Pagter eenvoudig scoren, dunkt twee keer mis, gooit drie van de vier vrije worpen naast de basket en weet, zelfs met zijn 2.06 meter, een lay-up te missen. MartiniPlaza weet dan nog niet hoe belangrijk hij aan het eind van de wedstrijd zal zijn. Als Kees Akerboom van SPM een harde fout op Bill Clark maakt, komt Donar door vrije worpen op voorsprong: 7-5, maar via Aarts komt Den Bosch weer langszij (10-10). Toch loopt Donar weer een streepje uit na een airball van Kees Akerboom en een driepunter van de wederom bikkelhard werkende Cunningham. Ook Slagter gooit een “nothing but air”. Clark maakt vervolgens 18-14 en in de zoemer knalt Sanchez de 20-15 op de borden.
Q2 start met een wonderschone behind the back pass van Reggie Johnson op Curry (20-17). De vierkante kleerkast blokt vervolgens Koenis. Maar Donar scherpt de verdediging verder aan. Tot twee maal toe overtreedt SPM daardoor de 24-secondenklok. Dat zo scherp volhouden kost veel energie. Te veel blijkt. Zo kan de kleine Chris Denson zijn eigen rebound pakken en alsnog scoren. De ploegen geven elkaar geen lichtstreep ruimte. Mark Sanchez dunkt, waardoor de stand wederom gelijk wordt gemaakt: 24-24. Wil je evenwel uitlopen, dan moet je de opgelegde kansen verzilveren. Helaas, dat gebeurt niet als Thomas Koenis zijn vrije worpen mis. Oei, de Free Throw Disease… Donar lijdt er weer in ruime mate aan. Op de kop van de bucket laat Big Reg nogmaals een slimme pass achter zijn rug zien, waardoor Curry vrij aan kan leggen voor een driepunter (24-27). De ruststand eindigt op 26-29. Er is echter iets geks aan de hand: de stand in fouten is 9-9. He? Uhhh, dit is toch de DBL?
In kwart drie zien de 3750 toeschouwers toch ook weer gekke dingen gebeuren. Zo wordt Cunningham op de grond gekwakt en struikelt over zijn eigen zweet. En krijgt vervolgens een waarschuwing wegens flopping. En als Koenis zich blesseert wordt er niet afgefloten, wat in eerdere wedstrijden wel gebeurde. Als Maarten Bouwknecht hardhandig een eind weg wordt geduwd, steekt hij zijn arm omhoog om dat aan te geven. Gevolg: een technische fout. Als Johnson overduidelijk Ross Bekkering vasthoudt resulteert dit in een dubbelfout. Ja jongens, maar hier snapt toch niemand wat van? Ja, dit is een Donar-verslag, Bossche supporters weten vast ook foute calls in hun nadeel aan te wijzen. Ondanks al dat gerommel en het missen van vrije worpen, staat het 45-45 aan het eind van het kwart.
Met een wonderschone alley-oop van Slagter op Denson opent Den Bosch het vierde kwart. Cunningham antwoordt met een drietje: 48-47. Waar dat bij Donar niet lukt weet SPM de basket aan te vallen en zo op voorsprong te komen via Stefan Wessels: 52-53. Gelijk is het weer bij 55-55, maar dan krijgt Bill Clark eindelijk loon naar keihard werken. Hij brengt de stand op 58-55. Het is feest in Plaza. Maar door het missen van wederom vrije worpen loopt Donar niet uit. Zo brengt Arvin Slagter de stand op 64-62. Het is moneytime, elk punt, elke rebound, elke misser, nu gaat het erom. En ineens is hij daar, de schlemiel van het wedstrijdbegin: Craig O. Juist in die allerlaatste fase trekt hij 2 uiterst belangrijke rebounds uit de lucht en scoort hij drie van de vier vrije worpen raak. Plaza ontploft! Op het grote, zwarte vak na! NOT IN OUR HOUSE! Eindstand 67-62 voor Donar! Geen sweep, it ain’t over till the fat lady sings. Weg is de frustratie, afgeworpen de Bossche onoverwinnelijkheid. Er wordt geen netje in Plaza geknipt! Goede reis terug Bossche fans, see ya later!!!
Jan Weeber
Geen reacties