“Donar wil met beker sponsor strikken”, kopt het Dagblad van het Noorden daags na de euforische bekerwinst in Zwolle. Een kop die de lading niet geheel dekt, immers er staan er al meerdere van in de prijzenkast. Vier NBB-bekers, vier bekers voor het landskampioenschap en een gigantische supercup. Wat je noemt een club met een rijke historie aan successen. Veel belangrijker om een hoofdsponsor aan te trekken is het bezit van een Europees toegangskaartje (check), financiële gezondheid (check), een goed basketbalproduct (check), een goede speelhal met netwerkmogelijkheden (check), maatschappelijke betrokkenheid (check), media exposure (check) en een hondstrouw legioen (check, het grootste van het land zelfs!). En… niet te vergeten: een degelijk bestuur. Daar wordt, achter de schermen, nog steeds hard aan gewerkt, door de Taskforce. Raad van Advies, Raad van Toezicht en mogelijk dat de huidige assistent-coach Anjo Mekel het directeurschap op zich nemen wil. Mijn zegen heeft hij. Anjo is een man met een basketbalhart en voor zover ik het op afstand zien kan een aimabel, maar ook realistisch en Groningsnuchter denkend mens. De ooit zo verguisde, maar knalhard werkende Gert Kiel roept in het Dagblad geheel terecht op om de Donarploeg het eerbetoon te geven die het verdient, na de magistrale bekerwinst tegen het ongenaakbaar geachte SPM Shoeters uit Den Bosch.
Den Bosch houdt Donar na die superprestatie, op 4 april, in de daaropvolgende wedstrijd in Den Bosch weliswaar op afstand (84-79 na OT), maar echt overheersend speelde het niet tegen de aanvallend falende Groningers. Dat de scheidsrechters op het moment suprême een uitbal aan Den Bosch geeft mag een misser zijn, Donar had na een overtuigende eerste helft (21-8 voor Donar!) moeten doordrukken. In plaats daarvan plaatst Den Bosch een bijna evengrote run in Q2: 23-9! Twee keer dezelfde focus, tegen dezelfde tegenstander, maar niet om een titel, een uitoverwinning zou een verrassing zijn, maar dan moet je wel even die vrije worpen in het netje slingeren. Den Bosch won dat onderdeel met maar liefst 23-12, jongens toch!
En nu dan de derby tegen Aris Leeuwarden, in een vrijwel uitverkocht MartiniPlaza (4085 toeschouwers), kom daar elders in Nederland maar eens om. De Friese ploeg aast uiteraard op revanche nadat die in Het Kalverdijkje van de vloer werd geveegd door Donar (79-97). Waarbij aangetekend dat DeJuan Wright toen nog in het veld stond en topscorer werd met 25 punten. En Aris moet winnen, na een serie van verliespartijen. De hete adem van Amsterdam hijgt ze in de nek. De hoofdstedelingen zouden het liefst Aris alsnog inhalen op de ranglijst en aan de play-offs deelnemen. Voor Donar is het zaak om de derde plek vast te houden en die niet aan Zwolle te verliezen. Elders in den lande zong men “dit jaar niets in Groningen” (insiders weten waar dat was), maar wederom wordt er een banner in de nok van MartiniPlaza gehesen, ditmaal voor het bekerkampioenschap.
Uiteindelijk bleek de derby niet echt een wedstrijd. Donar won het treffen eenvoudig: via 27-12, 44-25 en 62-43 werd het 80-56. Van meet af aan was het de Lance Jeter-show. Allereerst mocht hij het veld oprennen met de zojuist gewonnen NBB-beker, vervolgens gaf hij de bloemen aan een Arisfan en tenslotte stal hij de show met monderschone acties. Op zo’n moment is hij te groot voor deze competitie. Soeverein strooiend met passes, verre driepunters en in de drive naar de basket is hij niet zonder fout af te stoppen. Een andere topper was veel minder zichtbaar, maar oh zo nuttig. Scoren valt op, maar oh die steals, rebounds, passes, intercepties; Bill Clark has it all! Net als compaan Sanchez trouwens.
Bij de Nederlanders vielen twee spelers opvallend op. Allereerst Maarten Bouwknecht. Werd aanvankelijk zijn jeugdige brutaliteit bewonderd, inmiddels groeit hij meer en meer uit tot een vaste waarde. Zijn eerste actie toonde die durf, toen hij aan het begin van de wedstrijd achter de driepuntslijn stond. Hij ontving de bal, maakte een fake, waardoor zijn tegenstander de verkeerde kant op sprong en schoot vervolgens een driepunter feilloos raak. Maar wat belangrijker is: hij wordt steeds betrouwbaarder in het opbrengen en verdelen van de bal. Anders gezegd: zijn aanvankelijke turnovers nemen in aantal af!
Anders is dat bij Craig Osaikhwuwuomwan. Nu zijn er veel spelers die wel eens hun dag niet hebben. En dat is totaal niet erg, tenminste als die met een “over mijn lijk-mentaliteit” zijn fouten maakt. Een bijzonder moment speelde zich af in de zesde minuut van het vierde kwart. De manier waarop Craig de bank op mocht zoeken: zijn hangende schouders hadden iets van een geslagen hond. Psycholoog Skelin kon praten als Brugman, maar telkens wanneer Craig weer het veld in kwam ging het mis. Lay-ups, passes, bal niet vangen, vrij onder de basket staan en dan de bal er nog naast gooien… niets, maar dan ook niets lukte. Nouja, op die ene dunk na dan. Volgende keer beter, of toch rijp voor een (sport)psycholooog?
Tot slot: ondanks dat het een makkie was, was het toch echt een avondje Donar. Als altijd met het perfecte danswerk van dansteam The Legacy, Thunder, de trommelaars en ditmaal ook het dansteam van Kids United. Gehuld in het FC Groningen-groen werkten ze een dance-act af, waar menigeen een puntje aan zuigen kan. Dit is waarom ik trots ben Groninger te zijn. Er wordt regelmatig geklaagd dat we “Op z’n Westers” harder van ons af moeten bijten om ons gelijk te halen, zeker in de aardbevingskwestie. Maar laten we nooit dat verliezen wat we hebben: oog voor mensen die net zo veel waard zijn als wij zelf, maar net iets minder van moeder natuur hebben meegekregen om het te kunnen maken in deze hardvochtige maatschappij. Hun gelukkige gezichten tijdens het dansen waren prachtig, het glunderen tijdens het welverdiende applaus was ontroerend.
Jan Weeber
Geen reacties