Een avondje Donar, het is schitterend om te zien hoeveel volk daar op af komt. Basketball is hot in Grunn. En niet tijdelijk, het is altijd al zo geweest. Zeker, pieken en dalen in de belangstelling zijn er geweest, maar wie oude verslagen leest van wedstrijden van Nationale Nederlanden Donar op de website van het DonarMuseum, ziet dat er ook destijds al duizenden belangstellenden op af kwamen. Ditmaal tegen Rotterdam Basketbal, ook wel Challenge Sports genaamd, zitten er zo’n 3000 mensen op de tribunes. Wat likken ze elders in den lande hun vingers af bij het horen van zulke aantallen.
Rotterdam dus, stad van Zadkine en De Zwaan, van Bep van Klaveren, nachtburgemeester Jules Deelder en Lee Towers en van “Fonteinendestructiebedrijf Feyenoord”. Er bestaan plannen voor zo’n fontein op de Grote Markt, maar die staat er gelukkig nog niet, maar dat terzijde. Maar Rotterdam is ook de stad van het roemruchte Transol RZ, landskampioen, van Jantje Dekker en de Amerikaan Jackie Dinkins. Te goed voor ons kikkerlandje, zo werd gezegd. Waarbij men graag het verleden romantiseert. En toch: je raakt in de kwartfinale van de Europacup en speelt tegen Maccabi Tel Aviv, kom daar nu maar eens om.
Tegenwoordig bivakkeert Rotjeknor steevast in de kelder van de DBL. En eigenlijk valt me dat behoorlijk tegen. Spelers als Ties Theeuwkens, Matthew Otten (beide ex-Donar), Yannick Franke (zoon van Rolf en Neerlands topscorer), Michael Kok (vriendje van Craig O), de luchtmacht Lucas Steijn en Robbert Krabbendam, samen met de support-act moeten ze toch tot meer in staat zijn, zou je zeggen. “Maar geen Amerikanen”, kun je tegenwerpen. Echter zij die dat beweren moeten dan erkennen dat de USA-spelers hier helemaal niet zo middelmatig zijn als wordt beweerd. Dan zouden zij immers het verschil niet maken. Kortom: het zijn wel degelijk de jongens van overzee die van een gemiddelde ploeg een topploeg maken. Natuurlijk staan er in het buitenland betere Amerikanen te ballen, maar dat geldt ook voor buitenlandse spelers in onze voetbalcompetitie. Een John Guidetti of Graziano Pelle zijn nog lang geen Lionel Messi. Laten we de voetbal-eredivisie in Nederland dan ook de Mickey Mousecompetitie noemen, of ophouden het eigen nest te bevuilen met dit soort termen (meneer Smeets!).
Het door-de-weekse potje Donar tegen Rotterdam werd opgesierd door: een nieuwe speaker, de ploeg van Groningen Dance (compleet met Pharell Williams-look-alike met selfiestick), het Legacy Dance Team in een soort Kerstmanoutfit, de bekendmaking van wederom een nieuw BBC-lid, Thunder en Mini-Thunder, de trommelaars, schoolklassen op de tribunes en uiteraard: aanvoerder Ross Bekkering met de oorkonde die hoort bij de uitverkiezing tot Groningse Sportploeg 2014! En dus zat ook Commissaris van de koning Max van den Berg op de tribune.
Donar begint de wedstrijd goed met een driepunter van Sanchez en een venijnige dunk van Clark. Pas bij 8-0 scoort Rotterdam voor het eerst met een drietje van Franke. Het is sowieso een wedstrijd van driepunters. Dat komt omdat Donar op snel passwerk oefent, waardoor er schutters vrij komen te staan buiten de perimeter, dan wel de insnijdende man wordt gevonden. In de allerlaatste seconde brengt DeJuan Wright (uiteraard met een bom) de stand van het eerste kwart op 24-13.
Dat het gas erop moet wordt door diezelfde Wright, in kwart twee, nog eens geïllustreerd met een zweefduik over de boarding. Ondertussen houdt coach Skelin de ploeg scherp door te coachen op het uitvoeren van opdrachten. Zo haalt hij spelers uit het veld naar zich toe voor aanvullende aanwijzingen. Ondertussen schiet Stefan Mladenovic een drie raak en ook de and-one gaat er in voor 37-18, plaatst Clark een interceptie plus dunk, dunkt ook Bas Veenstra en stop Q2 met de stand 46-31.
Het schuttersfestijn gaat in het derde bedrijf verder als Jeter zowat vanaf de middellijn raak paft, maar (daar is ‘ie weer) Yannick Franke hetzelfde doet. Echter: de Groningse defense verslapt. Daarmee is uitgelegd waarom Rotterdammer Stolk twee keer van achter de driepuntslijn de bal in het netje mag laten ploffen.
In al dat driepuntersgeweld zou bijna ondersneeuwen dat slangenmens Wright op onnavolgbare wijze af en toe de paint binnendringt met schitterende drives en bijbehorende lay-ups. En ook dat er zeer degelijk reboundwerk van Bekkering te aanschouwen is. Hij voelt zich uitgedaagd door de lange Rotterdamse centers en beukt er lekker op los. Toch verliest Donar de concentratie. Slordig spel doet Challenge Sports terugkomen tot 81-73. Dat vooral Yannick Franke daar debet aan is laat zich raden. Hij beëindigt de avond met maar liefst 31 punten achter zijn naam! Uiteindelijk stopt de teller bij 93-77. Hoera? Helaas niet, de achillespeesblessure van DeJuan Wright lijkt voor hem het eind van het seizoen te betekenen.
Tot slot: voorlopig gun ik mijn type-vingers rust, althans voor Donar. Pas op 11 april is er weer een thuiswedstrijd. Dus: tot ziens, tot Donar!
Jan Weeber
Geen reacties